"Heb je 't al gehoord? Jezus is in onze stad." Het nieuws dat Hij er is verspreidt zich als een lopend vuurtje. Jezus, van Hem heeft iedereen in Israël wel gehoord. Vriend en vijand kennen Hem. Ze weten van Zijn wijze lessen, zijn verhalen die Hij steeds vertelt om de mensen te leren hoe ze gelukkig kunnen leven. Velen houden van Hem en volgen Hem op de voet. Of ze volgen uit nieuwsgierigheid, want als Hij in de buurt is, gebeurt er altijd wel iets. Mensen die doof waren laat Hij weer horen. Verlamde mensen gingen weer lopend weg. Ja, zelfs doden heeft Hij opgewekt: een jongen uit Naïn en een 12-jarig meisje uit Kapernaüm. Nu begrijp je wel waarom die roep "Jezus is in de stad" veel mensen op de been brengt. Ook de moeders in het stadje horen het. Hun kinderen komen met het bericht thuis. De moeders denken:"Dit is de kans, zo'n mogelijkheid krijgen we misschien nooit meer."
Wat willen ze dan? De moeders weten van de liefde van Jezus voor alle mensen: oude, zieke, slechte, en arme mensen, maar vooral voor kinderen heeft Hij een grote plaats in Zijn hart. Als Jezus hun kinderen zou zegenen en aaraken... Dat zou het beste zijn. Dan kunnen de kinderen gezond en sterk opgroeien.
Jezus houdt heel veel van kinderen. Hij wil niet hebben dat iets hen moet overkomen. Jezus wil dat de kinderen gehoorzaam zijn, goed leren op school en naar de zondaggschool gaan. Dan worden goede grote mensen die het land kunnen besturen als president, ministers, assambleeleden, doctoren onderwijzers, piloten, dominees, etc.
Wil je hebben dat Jezus in je hart komt wonen? Doe dan dit gebed: Here Jezus, hoewel ik klein bent, weet ik dat ik verkeerde dingen heb gedaan. Vergeef me van alle stoute dingen en kom in mijn hart wonen. Ik heb je lief!