GEZIN EN OPVOEDING

Opvoeding is het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeder(s) en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft.

Vaak wordt deze term gebruikt voor kinderen, die tijdens hun jeugd de gewoontes, normen en waarden van hun omgeving krijgen bijgebracht. Wanneer een volwassene zich niet aan de algemeen geaccepteerde omgang met anderen houdt, en om die redenen nieuwe opvoeding krijgt, wordt over het algemeen van heropvoeding gesproken.

In bredere zin betreft opvoeding ook het leren te leven als mens in deze maatschappij. Meer specifiek is het de volwassene die een kind opvoedt en dit leert mondig, bekwaam zelfstandig en zelfverantwoordelijk zijn leven te leven.

De wetenschap die zich met opvoeding bezig houdt heet pedagogiek.

CHRISTELIJKE OPVOEDING

Opzettelijke en terloopse invloed op kinderen en jeugdigen, om ze te bewegen zich bij het bereiken van de volwassenheid of in de narijpingsfase (tot rond het dertigste levensjaar), toe te wijden aan de drie-enige God.     Lees verder

 

 Wat Pedagogen zeggen over Opvoeding

Het is belangrijk om op te merken dat elke opvoeding tegen de Bijbelse principes gedoemd zijn te falen. Elke ouder wordt opgeroepen om de Bijbel als leidraad te gebruiken bij het opvoeden van hun kinderen. 

 Het zelfbeeld van kinderen (september 1999)
Ouders onmisbaar bij behandeling problemen (oktober 1999)
Mama, ik lust dat niet (november 1999)
Verlegen, autistisch of gewoon een beetje anders (december 1999)
Ik wil nog niet naar bed (januari 2000)
Een nat bed (februari 2000)
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand (maart 2000)
Angst voor school (april 2000)
Mama is van mij! (mei 2000)
Sociale vaardigheden (juni/juli 2000)
Te graag te dun (augustus 2000)
Naar de dokter (september 2000)
Als agressie te extreem wordt (oktober 2000)
Niet bij mama vandaan willen (november 2000)
Angst om te falen (december 2000)
Depressie bij jongeren (januari /februari 2001)
Verwerken van gebeurtenissen (maart 2001)
Echtscheiding (april 2001)
Wanneer plagen pesten wordt (mei 2001)
Hoofdpijn bij jongeren (juni 2001)
Een beetje nieuwsgierig, seksualiteit bij jonge kinderen (juli 2001)
Behandeling van hyperactiviteit (augustus 2001)
Dyslexie (september 2001)
Papa en mama gaan uit elkaar (oktober 2001)
Oudertraining bij ADHD (november 2001)
Begeleiding met behulp van een video (december 2001)
Onderwijs in het ziekenhuis (januari 2002)
Wil jij mijn vriendje zijn? (februari 2002)
Praten moet je leren (maart 2002)
Ze vinden me niet leuk (april 2002)
Ik ben daar bang voor (mei 2002)
Een 'beetje' te zwaar (juni 2002)
Ik ben een prinses, het belang van spelen voor kinderen (juli 2002)
Hoofdbonken (augustus 2002)
Ik ben boos, omgaan met boosheid bij jonge kinderen (september 2002)
Ik word vaak geslagen, kindermishandeling, het herkennen en wat u kunt doen (oktober 2002)
Denkbeeldige vriendjes (november 2002)
Een beetje verlegen (december 2002)
Spijbelende pubers (januari 2003)
Dat wil ik niet (februari 2003)
Als het huilen niet stopt (maart 2003)
De koppige peuter (mei 2005)
Niet-verbale leerstoornis (juni / juli 2005)
Het verloop van hechting tussen ouder en kind (augustus 2005)
Leren omgaan met geld (september/ oktober 2005)
Als je kind slaat (oktober /november2005)
Problemen met de motoriek (december 2005)
Nee, mama doen! (januari 2006)
Oppositioneel opstandig gedrag (februari 2006)
Voortdurend ruzie in huis (maart/ april 2006)
Zouden ze 'het' al doen? (mei 2006)
Als je broer of zus ziek is (juni 2006)
Heimwee ( juli / augustus 2006)
Ruim je troep op ! ( september 2006)
Dyscalculie (april 2003)
Jongeren en softdrugs (mei 2003)
Dat doe ik voor jou, onbaatzuchtigheid bij jonge kinderen (juni 2003)
Dromen en nachtmerries (juli /augustus 2003)
Spelen met je schaduw (september 2003)

Agressie bij jonge kinderen (oktober 2003)
Het belang van grenzen stellen (november 2003)
Drukke kinderen (december 2003)
Alcoholgebruik onder jongeren (januari 2004)
Jokken en liegen (februari 2004)
Duimen of toch maar een speen (maart 2004)
De ontwikkeling van agressie (april/ mei 2004)
Een vieze broek (juni 2004)
Het belang van voorlezen (juli / augustus 2004)
De kracht van een compliment (september 2004)
Rouwen in de puberteit (oktober 2004)
Ik ga met jou trouwen! Kleuterverliefdheid (november 2004)
Last van een tic (december 2004)
Mama, mag ik met de computer? (januari/ februari 2005)
Ik wil geen nieuw huis (maart 2005)
Vriendschap in de puberteit (april 2005)

 Dat is niet van jou ! ( oktober/ november 2006)
Pesten via internet!( december 2006/ januari 2007)
Het eindeloze waarom ( februari 2007)
Klaar voor groep drie (maart 2007)
Mam, ik verveel me (april / mei2007)
Bang voor water (juni 2007)
Mag ik vanavond uit ? (juli/ augustus 2007)
Wanneer is een kind weerbaar? (september 2007)
Jij bent mijn vader niet ! (oktober 2007)
Op het potje! (november/ december 2007)
Leren op eigen benen te staan (januari 2008)
De morele ontwikkeling van kinderen (februari 2008)
Niet druk, maar wel een aandachtstekort ( maart 2008)
Papa en mama hebben ruzie ( april 2008)
Eenkennig (mei 2008)
'Verkeerde' vrienden (juni 2008)
Zelfvertrouwen (september 2008)
Vloeken, schelden en vieze woorden (oktober 2008)
Samen spelen kun je leren (november/ december 2008)
Naar de basisschool (januari 2009)
Bang voor de tandarts (februari/ maart 2009)
Mam, mag ik afspreken ? (april / mei2009)
Zelfbeschadiging (juni 2009)
Inlevingsvermogen (juli/ augustus2009)
Kunnen we even praten ? (september 2009)
O nee, proefwerkweek ! (november/ december 2009)
Chatten leuk maar....pas op ! (januari/ februari 2010)
Het effect van alcohol op puberhersenen (maart/ april 2010)
Concentreren, soms heel lastig (mei/juni 2010)
Jaloezie (juli/augustus 2010)
Leren plannen en vooruitdenken (oktober/november 2010)
Smaakontwikkeling bij zeer jonge kinderen (december 2010)
Nachtangsten (januari 2011)
Praten met je kind in de puberteit (februari 2011)
Meidenvenijn (maart 2011)
Gesprekgebrek (april 2011)
Tienminutengesprek (juni 2011)
Ik doe maar even of ik dat niet gehoord heb (negeren) (juli 2011)

 

Maar wat zegt de Bijbel over opvoeding  ranking

Opvoeding in de Bijbel

De Bijbel zegt dat we onze kinderen in waarheid moeten opvoeden. Wat is dat? Er zijn vier belangrijke aspecten, die steeds terugkomen als de Bjbel het heeft over kinderen en opvoeden.

Onderwijs hen de weg die ze moeten gaan
Allereerst vertelt de Bijbel dat ouders hun kinderen moeten onderwijzen de weg die ze moeten gaan. Met andere woorden, ouders moeten hun kinderen opvoeden naar volwassenheid en hoe ze moeten handelen als ze volwassen zijn. Het doel van de opvoeding mag niet zijn alleen het hier en nu zijn, maar ouders moeten werken aan: hoe zullen onze kinderen zijn als volwassen man of als volwassen vrouw? Dat betekent dat de knderen zullen opgroei en met waarden en normen, die van groot belang zijn als ze volwassen zijn. Door de hele Bijbel heen kunnen we leren wat God belangrijk vindt: integrteit, eerlijkheid, rechtvaargheid, doen wat je hebt beloofd, zorg dragen voor wees en weduwe, hard werken met voldoende rust.
Als je dus wlt dat je kinderen volwassenen worden die zorg dragen voor armen en mensen de het minder goed hebben, opkomen voor rechtelozen, hun geld kunnen delen en hun relaties vasthouden, dan zul je je kinderen van jongs af aan moeten opvoeden met waarden en normen.

Vertel je kinderen wie God is

De Bijbel maakt ook dudelijk dat je je kinderen veel over God moet vertellen. Veel goed bedoelende ouders denken dat dat hetzelfde is als je kinderen meenemen naar de kerk, naar de zondagsschool sturen of christelijke boekjes kopen.Ook al zijn dat allemaal belangrijke dingen, maar de Bijbel heeft het over ouders die hun kinderen over Hem moeten vertellen. Niet de pastors of de zondagsschoolleraar. Dit is precies datgene wat dor ouders bijna altijd over het hoofd wordt gezien. Ouders zijn in de unieke gelegenheid om hun kinderen dagelijks over God en hun geloof in Hem te vertellen. Ze kunnen hun kinderen laten zien wat God in hun leven betekent en hoe je met God omgaat. Helaas doen maar weinig ouders enige moeite om aan hun kinderen te vertellen hoe ze het geloof en Gods leiding in hun leven ervaren. Toch is het belangrijk om zulke grote zaken te bespreken.

Discipline

Op veel plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over discipline aan kinderen bijbrengen. Dat betekent dat goed gedrag aangeleerd moet worden en slecht gedrag bestraft moet worden. Straffen in de Bijbel is nooit wraak nemen of je eigen slechte humeur afreageren op je kinderen. Maar een kind leren wat goed is en welke dingen echt niet (meer) kunnen.
Een van de dingen die belangrijk zijn is, dat je als vader je kind niet moedeloos maakt. Dus niet kleineren of treiteren. Als je een duidelijk doel hebt met de opvoeding van je kind, dan stimuleer je ook het goede gedrag en ben je blij met het kind zoals het is. Hoewel de regels duidelijk moeten zijn en ze straf kunnen verwachten bij overtreding, zullen ze binnen de gestelde grenzen met veel plezier moet kunnen leven en zich ontwikkelen

Consequent zijn

Ouders moeten volgens de Bijbel betrouwbaar zijn. Dat betekent ook dat ze consequent zijn. Als de ene dag iets mag en de volgende dag mag het niet en wordt je kind bestraft, dan ben je als ouders niet betrouwbaar. Ook als je iets beloofd hebt moet je je belofte nakomen. In de Bjbel staat: Laat uw ja ja zijn en uw nee nee. Dat betekent: doe wat je zegt.

Ouders hebben de leiding

Ouders hebben het voor het zeggen en bepalen de regels, die duidelijk moeten zijn. Als de regels en afspraken net duidelijk zijn geeft dat onrust. Ook moet je kind weten dat je als ouders altijd op dezelfde manier zal reageren, vooral als hij grenzen aan het uit testen is of niet wil luisteren.

Dit zijn de belangrijkste facetten van het opvoeden zoals de Bijbel er over schrijft. 

 Vaderschap: Ik ben er voor jou!

Ouderschap
Vaderschap is een deel van ouderschap. Ouders ben je samen, moeder èn vader. In Mattheus 5:16 lezen we 'Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.' Ook door ouder-zijn kunnen we ons licht laten schijnen. Van hieruit bezien wordt het doel van ouderschap God verheerlijken door het gezin! Het is de motivatie om het goede te doen. In de Bijbel staan verschillende voorbeelden van ouders die hun ouderschap serieus genomen hebben. Job 1:4 -5 neemt de verantwoordelijkheid voor zijn kinderen. Aan de ene kant laat hij ze vrij om te feesten (ze zijn er oud genoeg voor...), maar daarbij neemt hij de verantwoordelijkheid om zijn kinderen bij elkaar te roepen na zo'n feest om ze te heiligen en te reinigen. Job hield er rekening mee dat ze zouden kunnen zondigen en dus ging hij voor hen op de bres staan.

Vaderbeeld: godsbeeld
In de Bijbel wordt veel over en tegen vaders gesproken. Maar in de opvoeding van tegenwoordig spelen vaders niet zo'n grote rol meer. God heeft het alleen niet zo bedoeld! Vaders zijn verantwoordelijk voor het welzijn van hun kinderen. Vaders moeten zich weer en meer met de opvoeding van hun kinderen gaan bezighouden.
Dat vaders een belangrijke rol hebben in de opvoeding blijkt nog al eens in het (volwassenen)pastoraat. Het beeld dan kinderen (en volwassenen) van hun eigen vader hebben, is namelijk bepalend voor het beeld van ze (later) van God hebben. Vader is de vertegenwoordiger van God in het gezin.

Een verkeerd godsbeeld...
De meeste mensen die pastorale hulp nodig hebben, hebben een verkeerd gods beeld. Ze beschouwen God soms als een soort Sinterklaas. Hij zorgt ervoor dat voor de 'goeien' alles voor elkaar komt. Als dit dan niet gebeurd, komt men in een pastorale crisis (teleurstelling, twijfel). Anderen zien God als een soort tovenaar. 'Geloof, en alles komt goed' Zo niet, dan heb je geen goed geloof. Dit resulteert in onterechte schuldgevoelens.
Dieterich omschrijft het in zijn boek Pastoraat aan Kinderen als volgt: 'Kinderen hebben vaak een verkeerd godsbeeld. Ze stellen de Vader in de hemel gelijk met de negatieve ervaringen die ze hebben opgedaan met hun aardse vader. Het verlangen naar en de voorstelling van een ideaal-vader is echter bij alle kinderen aanwezig. Spreek daarom over God als de Goede Vader.'

Het denk-proces omkeren...
Als we vasthouden dat vaders doorslaggevend zijn bij de vorming van het godsbeeld, moeten vaders de Here God dus ook goed vertegenwoordigen. Als we te maken krijgen met kinderen (en volwassenen) die een verkeerd godsbeeld hebben, moeten we ze leren het denk-proces om te keren. Als mensen maken we de fout dat we vanuit de aardse situatie terug redeneren naar God. Zoals onze vader is, zo is God. Zo ontstaat (vaak) het godsbeeld. Maar we moeten beginnen bij God, en niet bij de mens. 'Het geloof in God de Vader is daarom niet afhankelijk van onze denkbeelden en voorstellingen met betrekking tot het vaderschap' (uit Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, blz. 142).

Een positief godsbeeld...
De vraag die blijft staan is dan: wat moeten vaders overbrengen op hun kinderen, zodat ze een goed godsbeeld zullen ontwikkelen? Uitgaande van het voorgaande zullen we naar verschillende positieve beelden van God moeten kijken. Daar ligt de sleutel van het vaderschap.

God als...
* Vader: Hij is altijd getrouw aan Zijn beloften.
* Vriend: Hij is niet ver weg, Hij is aanwezig. Hij is 'bondgenoot'.
* Verlosser: Hij is in mijn plaats gestorven, geen vervreemding door de zonde meer.
* Trooster: Hij staat aan mijn kant, Hij woont in mij.
* Rechter: Hij oordeelt rechtvaardig. Voor hem heb ik ontzag en respect.

Als we naar het positieve godsbeeld kijken, blijkt dat dit alles samengevat kan worden in de Naam van de Here God zelf. In Exodus 3:13 vraagt Mozes de Naam van God. De Here God antwoordt met: "Ik ben die Ik ben" (NBG). In de statenvertaling staat: "Ik zal zijn, die Ik zijn zal". En in het duits klinkt het nog beter: "Ich werde dasein."

Een belofte...
Gods naam houdt een belofte in: Hij belooft er te zijn! Zoals de Here God zich bekend maakt aan zijn volk, zo mogen vaders zich bekend maken aan hun kinderen: Ik zal er zijn voor jou! Dit is de basis voor een succesvol vaderschap.

Kind en stress

Op de schoolpleinen zie je ze wel staan. Ouders die met volle agenda's in de hand een middagje proberen te plannen dat hun kinderen met elkaar kunnen spelen. Niet zelden duurt het minstens een week voor de eerste gelegenheid zich voordoet.

We hebben allemaal overvolle agenda's . Maar niet alleen wij als volwassenen; ook onze kinderen hebben het erg druk. Hun leventje is vaak helemaal ingepland: school, zwemles, sporten, gymmen, muziekles en ook nog een jeugdclub van de kerk. Er wordt ook wel gesproken van de zogenaamde ‘achterbankgeneratie': kinderen die op de achterbank van vaders of moeders auto van de ene activiteit naar de andere gereden worden.

Dit alles is niet zonder gevolgen. Kinderen krijgen steeds meer last van stress en dit leidt tot klachten van chronische oververmoeidheid. Kort geleden werd er een tweedaags congres georganiseerd over ‘kinderen en stress'. Het blijkt namelijk dat kinderziekenhuizen steeds meer worden geconfronteerd met kinderen die chronisch moe zijn. Die moeheid uit zich in de volgende symptomen: ernstige vermoeidheid die langer dan drie maanden duurt, gewrichtspijn, concentratiestoornissen en druk gedrag.