Reden voor het bestuderen van
“Christelijke Doctrines”
De schrijvers van de Bijbel realiseerden zich de belangrijkheid van het bestuderen van doctrines.
Mozes verduidelijkt in Deuteronomium 6:6-9:
,,Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wannneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen de ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten en van uw huis en aan uw poorten.”
De apostel Paulus gaf Timoteus de volgende instructie:
"Maak er ernst mede u wel beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid". (2Timoteus 2:15)
Petrus zegt:
,,Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze, en met een goed geweten opdat bij al het kwaad, dat men van u spreekt, zij, die uw goede wandel in Christus smaden, beschaamd gemaakt worden. (1 Petr. 3:15-16)
De studie van Christelijke doctrines is daarom zeer belangrijk voor elke gelovige.
De Bijbel |
De bijbel is het "heilige boek" van christenen en joden. Het woord bijbel stamt van het Griekse woord biblia (betekent 'boeken'), wat een meervoud is van biblion. De bijbel bevat verschillende verzamelingen boeken:
In grote lijnen gaat de bijbel over het handelen van God in de wereld, vanaf de schepping van de wereld tot het einde der tijden, de relatie tussen God en de mens, zonde en gerechtigheid, oordeel en genade. De bijbel bestaat uit een reeks aparte boeken en geschriften van verschillende lengte en stijl, die over een periode van duizenden jaren zijn geschreven door een groot aantal verschillende auteurs. Binnen de bijbelwetenschappen gaat men tegenwoordig uit van een zgn. mondelinge overlevering van vele jaren, waarna uiteindelijk verhalen op schrift werden gesteld. Vreemd genoeg negeert men hierbij de kennis uit andere wetenschappen over het gebruik van schrift, steno en verslaglegging in de oudheid. Er zijn aanwijzigingen dat de bijbeltekst (zowel het oude als het nieuwe testament) is gebaseerd op direct opgetekende verslagen en documenten. Deze documentatietheorie wordt door veel theologen genegeert, maar juist door andere wetenschappers omarmt. BijbelvertalingenHet oude testament is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws en voor een klein gedeelte in het Aramees, het nieuwe testament in het Grieks. Een van de eerste vertalingen van het oude testament naar het Grieks was de Septuagint vervaardigd in de 3e eeuw voor Christus. Kerkvader Hiëronymus vertaalde rond 400 n. Chr. de bijbel naar het Latijn; deze Vulgaat was tot ver in de Middeleeuwen toonaangevend. In de late Middeleeuwen verschenen diverse vertalingen in het Diets (bijv. de Deux-Aes bijbel), een voorloper van het Nederlands; dit waren echter allemaal vertalingen van vertalingen, en vaak slechts van een enkel deel. De eerste Nederlandstalige bijbel die wel rechtstreeks uit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten werd vertaald, verscheen in 1637. Tot deze bijbel was opdracht gegeven door de Staten-Generaal; vandaar de gangbare benaming Statenvertaling. In hedendaagse taal zijn geschreven de NBG-bijbelvertaling (1951), de Willibrordvertaling (1975, herzien in 1995), de Groot Nieuws bijbel (1983, herziene uitgave 1996). |
Is de Heilige Geest een kracht of een persoon?
De kenmerken van een persoon zijn, dat hij verstand, gevoel en wil heeft. Door het verstand weten we, het gevoel doet ons dingen ervaren en de wil beïnvloedt onze daden. Wordt de Geest getekend als een verstandig wezen? Het antwoord van de Bijbel is: “Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God (1 Cor. 2:10-12).
Gevoel
Heeft de Heilige Geest gevoelens, zoals liefde, verlangens en verdriet? Jazeker. Leest u maar eens Efeziërs 4:30: “En bedroef de Heilige Geest van God niet….”.
Maar de Heilige Geest vermaant ook en hij waarschuwt. Dit blijkt duidelijk uit het verslag van de zendingsreizen van de eerste apostelen, want toen ze op het punt stonden naar een bepaald arbeidsveld te gaan, werd dit door de Heilige Geest verhinderd: “En nadat zij door Frygië en het land van Galatië gereisd waren, werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken. En bij Mysië gekomen, probeerden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest liet het hun niet toe.” (Hand. 16:6,7).
Wil
De Heilige Geest heeft ook een wil. Hij wordt ons in de Bijbel getekend als Iemand die daden doet. Hij leidt ons: “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God” (Rom. 8:14). Zie ook Galaten 5:18.
Ook maakt Hij mensen heilig en rechtvaardig: “maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.” (1 Cor. 6:11). Hij geeft onderricht aan de gelovigen: “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” (Joh. 14:26). En Hij getuigt van de vergeving die een gelovige ontvangt door het ene offer van Christus aan het kruis: “En de Heilige Geest getuigt het ons ook. Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven, en aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken. Waar er nu vergeving voor is, is er geen offer voor de zonde meer nodig.” (Hebr. 10:15-18).
Zo wordt er ook van de Heilige Geest gezegd, dat Hij spreekt (Gal. 4:6; Openb. 2:7), onderwijst (Joh. 14:26) en levend maakt (Rom. 8:11).
We komen dus tot de conclusie dat de Heilige Geest wel degelijk een persoon is.
Levens gevangenen veranderen door Bijbelstudie
"Nog nooit zoveel gevangenen zien lachen"
Gevangenen in het Amerikaanse Texas krijgen onder meer door het bestuderen van de Bijbel de mogelijkheid om hun leven te veranderen. Dat wordt gedaan met behulp van een Bijbelprogramma. "We zijn hier om te vieren wat God gaat doen en hoe God deze mensenlevens gaat aanraken om hen tot Zijn eer en glorie te gebruiken," vertelt Ben Phillips, directeur van het Bijbelprogramma in de gevangenis. "We geloven dat God alles gebruikt om door middel van Zijn evangelie mensenlevens te veranderen."
Er heerst over het algemeen verbazing over het aantal gevangene-studenten die zich inschrijven voor het programma. "Ik heb nog nooit zoveel mensen een levenslange gevangenisstraf zien uitzitten met een glimlach op hun gezicht," vertelt John Whitmire als één van de verantwoordelijken van de gevangenis. Hij verbaast zich over het feit dat zoveel gevangenen veranderen doordat ze in aanraking komen met de Bijbel. Per jaar komen er zo'n veertig gevangenen bij die de wekelijkse Bijbeltraining willen volgen. Senator Patrick: "Alleen God kan dit voor elkaar krijgen. Iedereen ziet vanaf de eerste dag van dit project dat God mensenlevens verandert."
Heilige Geest
Volgens project-voorzitter Paige Patterson worden de levens van de gevangenen gevuld met de Heilige Geest. "Als ik ooit de vrucht van de Geest in mijn leven heb gezien, is het dat God verbazingwekkende dingen deed en mijn hart veranderde. De nationale wet dient haar doelstellingen, maar de wet verandert niemand." Het beschermt tot op zekere hoogte de sociale orde, maar belangrijker is dat de Bijbel ons Christus aanbiedt." De Bijbel kan mensen wel echt veranderen, stelt hij. "Dat gebeurt om ons ervan te overtuigen dat we een geestelijke verandering nodig hebben." Zulke veranderingen ziet hij in de gevangenis.
Patterson ziet dat het eindresultaat van de studies, die op basis van de Bijbel plaatsvinden, niet het vergaren van kennis is. "Het eindresultaat is een krachtige beweging van de Heilige Geest om nieuwe mensen te maken die vrucht dragen." God werkt in de gevangenis.
Klik hier voor
HULP BIJ BIJBELLEZEN
| x |
HULP BIJ BIJBELLEZEN
Historische Bijbelse Kaarten
Genesis
De volkeren tafel - Gen. 10
De tijd van de Patriarchen - Gen. 12-50
De roeping van Abraham - Gen. 11:27-12:9
Abraham in Kanaän - Gen. 12:10-14:24; Gen. 18-22
De reizen van Jacob - Gen. 28-33; 35
De reizen van Jozef - Gen. 37; 39-46
Exodus
De uittocht - Ex. 13:17-19:3
Kades-Barnea - Num. 14; 16; 20:1; 20:22-29; Deut. 1; 41-46
De verkenning van de 12 verspieders - Num. 13:1-33; Num. 34:1-12
De koninklijke weg - Num. 21:22
De tocht van Kadesh-Barnea naar de vlakten van Moab - Num. 20-21; 33:37-49; Deut. 1-2; Richt. 11:12-28
Verovering en vestiging in Kanaän
De inname van het land Kanaän - Joz. 3:10
Jozua's veldtocht in centraal en Zuid-Kanaän - Joz. 1-10
Jozua's veldtocht in Noord-Kanaän - Joz. 11:1-15
Grenzen van het veroverde land en dat nog overwonnen moest worden - Joz. 13:1-7; 15:63; 16:10; 17:11-18; Richt. 1:1-3:6
Verdeling van het land onder de stammen - Joz. 13:8-19:49
De vrijsteden en de Levietensteden - Joz. 20-21
De richters van Israël - Joz. 3:7-11; 3:12-30; 3:31; 4:1-5:31; 6:1-8:27; 10:1-2; 10:3-5; 10:6-12:7; 12:8-10; 12:11-12; 12:13-15; 13:1-16:31
Ehud en de verdrukking van de Moabieten - Richt. 3:12-10
Debora's overwinning op de Kanaänieten - Richt. 4-5
Gideon's veldslagen met de Amalekieten - Richt. 6-8
Jefta en de Ammonieten - Richt. 10:6-12:7
Simson en de Filistijnen - Richt. 13-16
De slag bij Eben-Ha→zer en het verlies van de ark - 1 Sam. 4:1-7:2
De bediening van Samuel en de zalving van Saul - 1 Sam. 7:15-17; 9:15-10:1
Het koninkrijk van Saul en zijn oorlogen - 1 Sam. 11; 13; 14; 14:47-48
David's vlucht voor Saul - 1 Sam. 19:8-27:12
Het koninkrijk van David en Salomo
David wordt koning - 2 Sam. 2-6; 23:8-17; 1 Kron. 11-14
David's overwinningen - 2 Sam. 5:17-22; 8:2; 8:3-12; 8:13-14; 10:1-13; 12:26-31; 1 Kon. 11:14-18; 1 Kron. 18:1-12
Het koninkrijk van David en Salomo - 1 Kon. 4:21-25
Salomo's economische activiteiten - 1 Kon. 5-10; 2 Kron. 1:14-17; 3-8; 9
Salomo's bouwwerken - 1 Kon. 6-7; 9:1-22; 2 Kron. 2-4; 8:1-12
De tempel van Salomo - 1Kon. 6-7; 2 Kon. 11; 2 Kron. 3-4
Jeruzalem ten tijde van David en Salomo - 2 Sam. 5:6-12; 24:18-25; 1 Kron. 11:4-9; 1 Kon. 5-7; 9:15; 2 Kron. 3-4
De koninkrijken van Israël en Juda
De koninkrijken van Israël en Juda - 1 Kon. 12
De veldtocht van Sisak en de verdedigingslinies - 1 Kon. 14:25-28; 2 Kron. 11:5-12; 12:1-12
Conflicten tussen Israël en Aram (Damascus) - 1 Kon. 15:16-22; 20:1-34; 22:1-40; 2 Kon. 8:28-29; 10:32-37; 12:17-18; 13:1-3; Amos 1:3; 2 Kron. 16:1-6; 18:1-34
Het vorstenhuis Omri - 1 Kon. 16:15-31; 20-22; 2 Kon. 3:4-27
Tyrus en Sidon - Ez. 26-28; Joel 3:4-8; Zach. 9:2-4; Matth. 11:21-22; Jes. 23:1-18; Luc. 10:13-14
Elia en Elisa - 1 Kon. 17-21; 2 Kon. 1:1-4; 2:1-25; 4-9; 13:14-21
De opstand van Jehu - 1 Kon. 9:1-10:31
Israël en Juda in de dagen van Jerobeam II en Uzzia - 2 Kon. 14:23-28; 2 Kron. 26; Amos 1:2-5; 1:6-8; 1:9-10; 1:11-12; 1:13-15; 2:1-3
Het Assyrische Rijk onder Tiglatpileser III - 2 Kon. 15:17-20
Tiglatpileser en de strijd van Aram en Isra→l tegen Jeruzalem - 2 Kon. 16:5-16; Jes. 7; 2 Kron. 28:5-21
De veldtochten van Tiglatpileser III en de gebieden die Assyrische provincies werden - 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:6, 26
De val van Samaria en de Assyrische ballingschap van de tien stammen - 2 Kon. 17:1-6; 17:24-34; 1 Kron. 5:26; Hos. 7:11; 12:1
De Assyrische districten na de val van Samaria - 2 Kon. 17:24-41
Het optreden van de profeten Amos, Hosea, Micha en Jesaja - 2 Kon. 17:24-41
Juda - de twee stammen alleen
De koningschap van Hizkia - 1 Kon. 18:1-8; 20:12-20; 1 Kron. 4:39-42; 2 Kron. 32:1-8; 27-31
Hizkia's Jeruzalem - 1 Kon. 20:12-20; 2 Kron. 27-32
Sanheribs inval en aftocht - 2 Kon. 18:13-19:37; 2 Kron. 32; Jes. 36-39
Het Assyrische Rijk - Nah. 3:8-10; 3:10-13; 2 Kron. 33:10-13
De opkomst van het Babylonische Rijk - 2 Kron. 35:20-27; 2 Kon. 23:29-30
De regering van Josia - 2 Kon. 22-23; 2 Kron. 34-35
Nebukadnezar's veldtochten tegen Juda - 2 Kon. 24:1-25:21; 2 Kron. 36:6-21; Jer. 39; 52; Obadja. 10-14
De Babylonische ballingschap van de twee stammen
Juda gedurende de ballingschap - 2 Kon. 25:22-30; Jer. 39:11-44:30; 52:30
De Joodse ballingen in Babylonia - 2 Kon. 24:10-16; 25:8-12; Jer. 52:28-34; Ez. 3:15; Ezra 2:59; 8:17
Joodse vluchtelingen in Egypte - 2 Kon. 25:25-26; Jer. 41-42; 44:1
De wereldrijken
De wereldrijken - Dan. 2
De overwinningen van Cyrus - Dan. 5:25-30; Jer. 25:11-12
Het Perzische Rijk - Dan. 2; Jes. 45:1-8
De terugkeer van de Joodse ballingen naar Juda - Ezra 1:2-4; 6:1-5; Ezra 1-8; Jer. 25:11-22; 29:10; Jes. 44:28; Neh. 1-3; 2 Kron. 36:22-23
Juda in de tijd van Nehemia - Neh. 4-6; 13:4-9
Het rijk van Alexander de Grote - Dan. 2:39; 8
Het verdeling van het rijk van Alexander de Grote - Dan. 8
Palestina onder Ptolomeus - Dan. 8
Het rijk van Seleucus en Antiochus - Dan. 8:9-12; 8:23-25
De veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte - Dan. 11
Het ontstaan van het Romeinse Rijk - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
De vier Evangeliën
Het Romeinse Rijk ten dage van Keizer Augustus - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
Het koninkrijk van Herodes de Grote - Matth. 2:1; Luc. 1:5
Herodes Antipas - Matth. 14:1, 3; Luc. 3:1, 19; 9:7; 13:31; 23:7; Marc. 6:14
Archelaus - Matth. 2:22
Herodes Filippus - Luc. 3:1
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Christus'geboorte en kindschap - Matth. 1:18-23; 2; Luc. 1:26-56; 2:1-52
Johannes de Doper - Matth. 3:1-4:12; Luc. 3:1-23; 9:7-9; Marc. 1:4-14; 6:14-29; Joh. 1:6-8; 15-37; 3:22-24
Galilea ten tijde van de Here Jezus - Matth. 4:12-25; Marc. 1:14-45; 2:1-17; Luc. 4:14-41; 5; 7:1-17; Joh. 1:35-52; 2:1-12
De dienst van de Here Jezus rondom het meer van Galilea - Matth. 5-7; 9:1-9; Marc. 1:21-34; 2:1-14; 4:35-41; 5:1-20; 6:45-52; Luc. 7:1-10; 9:12-17; Joh.6:1-25
De dienst van de Here Jezus rondom Galilea - Matth. 15:21-28; 16:13-20; 17:1-13; Marc. 7:24-37; 8:27-38; 9:1-13; Luc. 9:28-36; 18:22-35
De reizen van de Here Jezus van Galilea naar Judea - Matth. 19:1; Luc. 9:51-56; 17:11-19; 18:31-19:9; Joh. 4:1-42; 10:40; 11:7
De Here Jezus in Judea en Jeruzalem - Luc. 4:44; 10:25-37; 18:4-19:28; Joh. 1:35-51; 3:22-24; 10:39-40
Jeruzalem ten tijde van het N.T. - Matth. 23:37; Joh. 5:1-18; 9:1-41
Christus' lijden en kruisiging te Jeruzalem - Matth. 26-27; Marc. 14-15 Luc. 22-23; Joh. 18-19
De Handelingen der Apostelen
Het koninkrijk van Herodes Agrippa I - Hand. 12:20-23
Het koninkrijk van Herodes Agrippa II - Hand. 15:1-41; Hand. 24-26
De Pinksterdag en de verstrooiing van Israël - Hand. 2
De dienst van Petrus en Filippus - Hand. 4-11
De bekering van Paulus en zijn eerste optreden - Hand. 9:1-30; 11:19-30; 12:24-25; Gal. 1:11-24
De eerste zendingsreis van Paulus - Hand. 13:4-14:28
De tweede zendingsreis van Paulus - Hand. 15:36-18:32
De derde zendingsreis van Paulus - Hand. 18:23-21:26
De arrestatie van Paulus en gevangenschap - Hand. 21:15-26:32
De reis van Paulus naar Rome - Hand. 27:1-28:31
De veldtochten van Titus in 69-70 na Chr.
Inleiding tot de Bijbelboeken
| x |
| x |
| x |
Klik hier voor
| x |
HULP BIJ BIJBELLEZEN
| x |
HULP BIJ BIJBELLEZEN
Historische Bijbelse Kaarten
Genesis
De volkeren tafel - Gen. 10
De tijd van de Patriarchen - Gen. 12-50
De roeping van Abraham - Gen. 11:27-12:9
Abraham in Kanaän - Gen. 12:10-14:24; Gen. 18-22
De reizen van Jacob - Gen. 28-33; 35
De reizen van Jozef - Gen. 37; 39-46
Exodus
De uittocht - Ex. 13:17-19:3
Kades-Barnea - Num. 14; 16; 20:1; 20:22-29; Deut. 1; 41-46
De verkenning van de 12 verspieders - Num. 13:1-33; Num. 34:1-12
De koninklijke weg - Num. 21:22
De tocht van Kadesh-Barnea naar de vlakten van Moab - Num. 20-21; 33:37-49; Deut. 1-2; Richt. 11:12-28
Verovering en vestiging in Kanaän
De inname van het land Kanaän - Joz. 3:10
Jozua's veldtocht in centraal en Zuid-Kanaän - Joz. 1-10
Jozua's veldtocht in Noord-Kanaän - Joz. 11:1-15
Grenzen van het veroverde land en dat nog overwonnen moest worden - Joz. 13:1-7; 15:63; 16:10; 17:11-18; Richt. 1:1-3:6
Verdeling van het land onder de stammen - Joz. 13:8-19:49
De vrijsteden en de Levietensteden - Joz. 20-21
De richters van Israël - Joz. 3:7-11; 3:12-30; 3:31; 4:1-5:31; 6:1-8:27; 10:1-2; 10:3-5; 10:6-12:7; 12:8-10; 12:11-12; 12:13-15; 13:1-16:31
Ehud en de verdrukking van de Moabieten - Richt. 3:12-10
Debora's overwinning op de Kanaänieten - Richt. 4-5
Gideon's veldslagen met de Amalekieten - Richt. 6-8
Jefta en de Ammonieten - Richt. 10:6-12:7
Simson en de Filistijnen - Richt. 13-16
De slag bij Eben-Ha→zer en het verlies van de ark - 1 Sam. 4:1-7:2
De bediening van Samuel en de zalving van Saul - 1 Sam. 7:15-17; 9:15-10:1
Het koninkrijk van Saul en zijn oorlogen - 1 Sam. 11; 13; 14; 14:47-48
David's vlucht voor Saul - 1 Sam. 19:8-27:12
Het koninkrijk van David en Salomo
David wordt koning - 2 Sam. 2-6; 23:8-17; 1 Kron. 11-14
David's overwinningen - 2 Sam. 5:17-22; 8:2; 8:3-12; 8:13-14; 10:1-13; 12:26-31; 1 Kon. 11:14-18; 1 Kron. 18:1-12
Het koninkrijk van David en Salomo - 1 Kon. 4:21-25
Salomo's economische activiteiten - 1 Kon. 5-10; 2 Kron. 1:14-17; 3-8; 9
Salomo's bouwwerken - 1 Kon. 6-7; 9:1-22; 2 Kron. 2-4; 8:1-12
De tempel van Salomo - 1Kon. 6-7; 2 Kon. 11; 2 Kron. 3-4
Jeruzalem ten tijde van David en Salomo - 2 Sam. 5:6-12; 24:18-25; 1 Kron. 11:4-9; 1 Kon. 5-7; 9:15; 2 Kron. 3-4
De koninkrijken van Israël en Juda
De koninkrijken van Israël en Juda - 1 Kon. 12
De veldtocht van Sisak en de verdedigingslinies - 1 Kon. 14:25-28; 2 Kron. 11:5-12; 12:1-12
Conflicten tussen Israël en Aram (Damascus) - 1 Kon. 15:16-22; 20:1-34; 22:1-40; 2 Kon. 8:28-29; 10:32-37; 12:17-18; 13:1-3; Amos 1:3; 2 Kron. 16:1-6; 18:1-34
Het vorstenhuis Omri - 1 Kon. 16:15-31; 20-22; 2 Kon. 3:4-27
Tyrus en Sidon - Ez. 26-28; Joel 3:4-8; Zach. 9:2-4; Matth. 11:21-22; Jes. 23:1-18; Luc. 10:13-14
Elia en Elisa - 1 Kon. 17-21; 2 Kon. 1:1-4; 2:1-25; 4-9; 13:14-21
De opstand van Jehu - 1 Kon. 9:1-10:31
Israël en Juda in de dagen van Jerobeam II en Uzzia - 2 Kon. 14:23-28; 2 Kron. 26; Amos 1:2-5; 1:6-8; 1:9-10; 1:11-12; 1:13-15; 2:1-3
Het Assyrische Rijk onder Tiglatpileser III - 2 Kon. 15:17-20
Tiglatpileser en de strijd van Aram en Isra→l tegen Jeruzalem - 2 Kon. 16:5-16; Jes. 7; 2 Kron. 28:5-21
De veldtochten van Tiglatpileser III en de gebieden die Assyrische provincies werden - 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:6, 26
De val van Samaria en de Assyrische ballingschap van de tien stammen - 2 Kon. 17:1-6; 17:24-34; 1 Kron. 5:26; Hos. 7:11; 12:1
De Assyrische districten na de val van Samaria - 2 Kon. 17:24-41
Het optreden van de profeten Amos, Hosea, Micha en Jesaja - 2 Kon. 17:24-41
Juda - de twee stammen alleen
De koningschap van Hizkia - 1 Kon. 18:1-8; 20:12-20; 1 Kron. 4:39-42; 2 Kron. 32:1-8; 27-31
Hizkia's Jeruzalem - 1 Kon. 20:12-20; 2 Kron. 27-32
Sanheribs inval en aftocht - 2 Kon. 18:13-19:37; 2 Kron. 32; Jes. 36-39
Het Assyrische Rijk - Nah. 3:8-10; 3:10-13; 2 Kron. 33:10-13
De opkomst van het Babylonische Rijk - 2 Kron. 35:20-27; 2 Kon. 23:29-30
De regering van Josia - 2 Kon. 22-23; 2 Kron. 34-35
Nebukadnezar's veldtochten tegen Juda - 2 Kon. 24:1-25:21; 2 Kron. 36:6-21; Jer. 39; 52; Obadja. 10-14
De Babylonische ballingschap van de twee stammen
Juda gedurende de ballingschap - 2 Kon. 25:22-30; Jer. 39:11-44:30; 52:30
De Joodse ballingen in Babylonia - 2 Kon. 24:10-16; 25:8-12; Jer. 52:28-34; Ez. 3:15; Ezra 2:59; 8:17
Joodse vluchtelingen in Egypte - 2 Kon. 25:25-26; Jer. 41-42; 44:1
De wereldrijken
De wereldrijken - Dan. 2
De overwinningen van Cyrus - Dan. 5:25-30; Jer. 25:11-12
Het Perzische Rijk - Dan. 2; Jes. 45:1-8
De terugkeer van de Joodse ballingen naar Juda - Ezra 1:2-4; 6:1-5; Ezra 1-8; Jer. 25:11-22; 29:10; Jes. 44:28; Neh. 1-3; 2 Kron. 36:22-23
Juda in de tijd van Nehemia - Neh. 4-6; 13:4-9
Het rijk van Alexander de Grote - Dan. 2:39; 8
Het verdeling van het rijk van Alexander de Grote - Dan. 8
Palestina onder Ptolomeus - Dan. 8
Het rijk van Seleucus en Antiochus - Dan. 8:9-12; 8:23-25
De veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte - Dan. 11
Het ontstaan van het Romeinse Rijk - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
De vier Evangeliën
Het Romeinse Rijk ten dage van Keizer Augustus - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
Het koninkrijk van Herodes de Grote - Matth. 2:1; Luc. 1:5
Herodes Antipas - Matth. 14:1, 3; Luc. 3:1, 19; 9:7; 13:31; 23:7; Marc. 6:14
Archelaus - Matth. 2:22
Herodes Filippus - Luc. 3:1
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Christus'geboorte en kindschap - Matth. 1:18-23; 2; Luc. 1:26-56; 2:1-52
Johannes de Doper - Matth. 3:1-4:12; Luc. 3:1-23; 9:7-9; Marc. 1:4-14; 6:14-29; Joh. 1:6-8; 15-37; 3:22-24
Galilea ten tijde van de Here Jezus - Matth. 4:12-25; Marc. 1:14-45; 2:1-17; Luc. 4:14-41; 5; 7:1-17; Joh. 1:35-52; 2:1-12
De dienst van de Here Jezus rondom het meer van Galilea - Matth. 5-7; 9:1-9; Marc. 1:21-34; 2:1-14; 4:35-41; 5:1-20; 6:45-52; Luc. 7:1-10; 9:12-17; Joh.6:1-25
De dienst van de Here Jezus rondom Galilea - Matth. 15:21-28; 16:13-20; 17:1-13; Marc. 7:24-37; 8:27-38; 9:1-13; Luc. 9:28-36; 18:22-35
De reizen van de Here Jezus van Galilea naar Judea - Matth. 19:1; Luc. 9:51-56; 17:11-19; 18:31-19:9; Joh. 4:1-42; 10:40; 11:7
De Here Jezus in Judea en Jeruzalem - Luc. 4:44; 10:25-37; 18:4-19:28; Joh. 1:35-51; 3:22-24; 10:39-40
Jeruzalem ten tijde van het N.T. - Matth. 23:37; Joh. 5:1-18; 9:1-41
Christus' lijden en kruisiging te Jeruzalem - Matth. 26-27; Marc. 14-15 Luc. 22-23; Joh. 18-19
De Handelingen der Apostelen
Het koninkrijk van Herodes Agrippa I - Hand. 12:20-23
Het koninkrijk van Herodes Agrippa II - Hand. 15:1-41; Hand. 24-26
De Pinksterdag en de verstrooiing van Israël - Hand. 2
De dienst van Petrus en Filippus - Hand. 4-11
De bekering van Paulus en zijn eerste optreden - Hand. 9:1-30; 11:19-30; 12:24-25; Gal. 1:11-24
De eerste zendingsreis van Paulus - Hand. 13:4-14:28
De tweede zendingsreis van Paulus - Hand. 15:36-18:32
De derde zendingsreis van Paulus - Hand. 18:23-21:26
De arrestatie van Paulus en gevangenschap - Hand. 21:15-26:32
De reis van Paulus naar Rome - Hand. 27:1-28:31
De veldtochten van Titus in 69-70 na Chr.
Inleiding tot de Bijbelboeken
teractieve kaart van Israel
Historische Bijbelse Kaarten
Genesis
De volkeren tafel - Gen. 10
De tijd van de Patriarchen - Gen. 12-50
De roeping van Abraham - Gen. 11:27-12:9
Abraham in Kanaän - Gen. 12:10-14:24; Gen. 18-22
De reizen van Jacob - Gen. 28-33; 35
De reizen van Jozef - Gen. 37; 39-46
Exodus
De uittocht - Ex. 13:17-19:3
Kades-Barnea - Num. 14; 16; 20:1; 20:22-29; Deut. 1; 41-46
De verkenning van de 12 verspieders - Num. 13:1-33; Num. 34:1-12
De koninklijke weg - Num. 21:22
De tocht van Kadesh-Barnea naar de vlakten van Moab - Num. 20-21; 33:37-49; Deut. 1-2; Richt. 11:12-28
Verovering en vestiging in Kanaän
De inname van het land Kanaän - Joz. 3:10
Jozua's veldtocht in centraal en Zuid-Kanaän - Joz. 1-10
Jozua's veldtocht in Noord-Kanaän - Joz. 11:1-15
Grenzen van het veroverde land en dat nog overwonnen moest worden - Joz. 13:1-7; 15:63; 16:10; 17:11-18; Richt. 1:1-3:6
Verdeling van het land onder de stammen - Joz. 13:8-19:49
De vrijsteden en de Levietensteden - Joz. 20-21
De richters van Israël - Joz. 3:7-11; 3:12-30; 3:31; 4:1-5:31; 6:1-8:27; 10:1-2; 10:3-5; 10:6-12:7; 12:8-10; 12:11-12; 12:13-15; 13:1-16:31
Ehud en de verdrukking van de Moabieten - Richt. 3:12-10
Debora's overwinning op de Kanaänieten - Richt. 4-5
Gideon's veldslagen met de Amalekieten - Richt. 6-8
Jefta en de Ammonieten - Richt. 10:6-12:7
Simson en de Filistijnen - Richt. 13-16
De slag bij Eben-Ha→zer en het verlies van de ark - 1 Sam. 4:1-7:2
De bediening van Samuel en de zalving van Saul - 1 Sam. 7:15-17; 9:15-10:1
Het koninkrijk van Saul en zijn oorlogen - 1 Sam. 11; 13; 14; 14:47-48
David's vlucht voor Saul - 1 Sam. 19:8-27:12
Het koninkrijk van David en Salomo
David wordt koning - 2 Sam. 2-6; 23:8-17; 1 Kron. 11-14
David's overwinningen - 2 Sam. 5:17-22; 8:2; 8:3-12; 8:13-14; 10:1-13; 12:26-31; 1 Kon. 11:14-18; 1 Kron. 18:1-12
Het koninkrijk van David en Salomo - 1 Kon. 4:21-25
Salomo's economische activiteiten - 1 Kon. 5-10; 2 Kron. 1:14-17; 3-8; 9
Salomo's bouwwerken - 1 Kon. 6-7; 9:1-22; 2 Kron. 2-4; 8:1-12
De tempel van Salomo - 1Kon. 6-7; 2 Kon. 11; 2 Kron. 3-4
Jeruzalem ten tijde van David en Salomo - 2 Sam. 5:6-12; 24:18-25; 1 Kron. 11:4-9; 1 Kon. 5-7; 9:15; 2 Kron. 3-4
De koninkrijken van Israël en Juda
De koninkrijken van Israël en Juda - 1 Kon. 12
De veldtocht van Sisak en de verdedigingslinies - 1 Kon. 14:25-28; 2 Kron. 11:5-12; 12:1-12
Het vorstenhuis Omri - 1 Kon. 16:15-31; 20-22; 2 Kon. 3:4-27
Tyrus en Sidon - Ez. 26-28; Joel 3:4-8; Zach. 9:2-4; Matth. 11:21-22; Jes. 23:1-18; Luc. 10:13-14
Elia en Elisa - 1 Kon. 17-21; 2 Kon. 1:1-4; 2:1-25; 4-9; 13:14-21
De opstand van Jehu - 1 Kon. 9:1-10:31
Israël en Juda in de dagen van Jerobeam II en Uzzia - 2 Kon. 14:23-28; 2 Kron. 26; Amos 1:2-5; 1:6-8; 1:9-10; 1:11-12; 1:13-15; 2:1-3
Het Assyrische Rijk onder Tiglatpileser III - 2 Kon. 15:17-20
Tiglatpileser en de strijd van Aram en Isra→l tegen Jeruzalem - 2 Kon. 16:5-16; Jes. 7; 2 Kron. 28:5-21
De veldtochten van Tiglatpileser III en de gebieden die Assyrische provincies werden - 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:6, 26
De val van Samaria en de Assyrische ballingschap van de tien stammen - 2 Kon. 17:1-6; 17:24-34; 1 Kron. 5:26; Hos. 7:11; 12:1
De Assyrische districten na de val van Samaria - 2 Kon. 17:24-41
Het optreden van de profeten Amos, Hosea, Micha en Jesaja - 2 Kon. 17:24-41
Juda - de twee stammen alleen
De koningschap van Hizkia - 1 Kon. 18:1-8; 20:12-20; 1 Kron. 4:39-42; 2 Kron. 32:1-8; 27-31
Hizkia's Jeruzalem - 1 Kon. 20:12-20; 2 Kron. 27-32
Sanheribs inval en aftocht - 2 Kon. 18:13-19:37; 2 Kron. 32; Jes. 36-39
Het Assyrische Rijk - Nah. 3:8-10; 3:10-13; 2 Kron. 33:10-13
De opkomst van het Babylonische Rijk - 2 Kron. 35:20-27; 2 Kon. 23:29-30
De regering van Josia - 2 Kon. 22-23; 2 Kron. 34-35
Nebukadnezar's veldtochten tegen Juda - 2 Kon. 24:1-25:21; 2 Kron. 36:6-21; Jer. 39; 52; Obadja. 10-14
De Babylonische ballingschap van de twee stammen
Juda gedurende de ballingschap - 2 Kon. 25:22-30; Jer. 39:11-44:30; 52:30
De Joodse ballingen in Babylonia - 2 Kon. 24:10-16; 25:8-12; Jer. 52:28-34; Ez. 3:15; Ezra 2:59; 8:17
Joodse vluchtelingen in Egypte - 2 Kon. 25:25-26; Jer. 41-42; 44:1
De wereldrijken
De wereldrijken - Dan. 2
De overwinningen van Cyrus - Dan. 5:25-30; Jer. 25:11-12
Het Perzische Rijk - Dan. 2; Jes. 45:1-8
De terugkeer van de Joodse ballingen naar Juda - Ezra 1:2-4; 6:1-5; Ezra 1-8; Jer. 25:11-22; 29:10; Jes. 44:28; Neh. 1-3; 2 Kron. 36:22-23
Juda in de tijd van Nehemia - Neh. 4-6; 13:4-9
Het rijk van Alexander de Grote - Dan. 2:39; 8
Het verdeling van het rijk van Alexander de Grote - Dan. 8
Palestina onder Ptolomeus - Dan. 8
Het rijk van Seleucus en Antiochus - Dan. 8:9-12; 8:23-25
De veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte - Dan. 11
Het ontstaan van het Romeinse Rijk - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
De vier Evangeliën
Het Romeinse Rijk ten dage van Keizer Augustus - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
Het koninkrijk van Herodes de Grote - Matth. 2:1; Luc. 1:5
Herodes Antipas - Matth. 14:1, 3; Luc. 3:1, 19; 9:7; 13:31; 23:7; Marc. 6:14
Archelaus - Matth. 2:22
Herodes Filippus - Luc. 3:1
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Christus'geboorte en kindschap - Matth. 1:18-23; 2; Luc. 1:26-56; 2:1-52
Johannes de Doper - Matth. 3:1-4:12; Luc. 3:1-23; 9:7-9; Marc. 1:4-14; 6:14-29; Joh. 1:6-8; 15-37; 3:22-24
Galilea ten tijde van de Here Jezus - Matth. 4:12-25; Marc. 1:14-45; 2:1-17; Luc. 4:14-41; 5; 7:1-17; Joh. 1:35-52; 2:1-12
De dienst van de Here Jezus rondom het meer van Galilea - Matth. 5-7; 9:1-9; Marc. 1:21-34; 2:1-14; 4:35-41; 5:1-20; 6:45-52; Luc. 7:1-10; 9:12-17; Joh.6:1-25
De dienst van de Here Jezus rondom Galilea - Matth. 15:21-28; 16:13-20; 17:1-13; Marc. 7:24-37; 8:27-38; 9:1-13; Luc. 9:28-36; 18:22-35
De reizen van de Here Jezus van Galilea naar Judea - Matth. 19:1; Luc. 9:51-56; 17:11-19; 18:31-19:9; Joh. 4:1-42; 10:40; 11:7
De Here Jezus in Judea en Jeruzalem - Luc. 4:44; 10:25-37; 18:4-19:28; Joh. 1:35-51; 3:22-24; 10:39-40
Jeruzalem ten tijde van het N.T. - Matth. 23:37; Joh. 5:1-18; 9:1-41
Christus' lijden en kruisiging te Jeruzalem - Matth. 26-27; Marc. 14-15 Luc. 22-23; Joh. 18-19
De Handelingen der Apostelen
Het koninkrijk van Herodes Agrippa I - Hand. 12:20-23
Het koninkrijk van Herodes Agrippa II - Hand. 15:1-41; Hand. 24-26
De Pinksterdag en de verstrooiing van Israël - Hand. 2
De dienst van Petrus en Filippus - Hand. 4-11
De bekering van Paulus en zijn eerste optreden - Hand. 9:1-30; 11:19-30; 12:24-25; Gal. 1:11-24
De eerste zendingsreis van Paulus - Hand. 13:4-14:28
De tweede zendingsreis van Paulus - Hand. 15:36-18:32
De derde zendingsreis van Paulus - Hand. 18:23-21:26
De arrestatie van Paulus en gevangenschap - Hand. 21:15-26:32
De reis van Paulus naar Rome - Hand. 27:1-28:31
De veldtochten van Titus in 69-70 na Chr.
De Openbaring
De 7 gemeenten van Openb. 2-3 - Openb. 1-3
| x |
| x |
Inleiding tot de Bijbelboeken
| x |
Historische Bijbelse Kaarten
Genesis
De volkeren tafel - Gen. 10
De tijd van de Patriarchen - Gen. 12-50
De roeping van Abraham - Gen. 11:27-12:9
Abraham in Kanaän - Gen. 12:10-14:24; Gen. 18-22
De reizen van Jacob - Gen. 28-33; 35
De reizen van Jozef - Gen. 37; 39-46
Exodus
De uittocht - Ex. 13:17-19:3
Kades-Barnea - Num. 14; 16; 20:1; 20:22-29; Deut. 1; 41-46
De verkenning van de 12 verspieders - Num. 13:1-33; Num. 34:1-12
De koninklijke weg - Num. 21:22
De tocht van Kadesh-Barnea naar de vlakten van Moab - Num. 20-21; 33:37-49; Deut. 1-2; Richt. 11:12-28
Verovering en vestiging in Kanaän
De inname van het land Kanaän - Joz. 3:10
Jozua's veldtocht in centraal en Zuid-Kanaän - Joz. 1-10
Jozua's veldtocht in Noord-Kanaän - Joz. 11:1-15
Grenzen van het veroverde land en dat nog overwonnen moest worden - Joz. 13:1-7; 15:63; 16:10; 17:11-18; Richt. 1:1-3:6
Verdeling van het land onder de stammen - Joz. 13:8-19:49
De vrijsteden en de Levietensteden - Joz. 20-21
De richters van Israël - Joz. 3:7-11; 3:12-30; 3:31; 4:1-5:31; 6:1-8:27; 10:1-2; 10:3-5; 10:6-12:7; 12:8-10; 12:11-12; 12:13-15; 13:1-16:31
Ehud en de verdrukking van de Moabieten - Richt. 3:12-10
Debora's overwinning op de Kanaänieten - Richt. 4-5
Gideon's veldslagen met de Amalekieten - Richt. 6-8
Jefta en de Ammonieten - Richt. 10:6-12:7
Simson en de Filistijnen - Richt. 13-16
De slag bij Eben-Ha→zer en het verlies van de ark - 1 Sam. 4:1-7:2
De bediening van Samuel en de zalving van Saul - 1 Sam. 7:15-17; 9:15-10:1
Het koninkrijk van Saul en zijn oorlogen - 1 Sam. 11; 13; 14; 14:47-48
David's vlucht voor Saul - 1 Sam. 19:8-27:12
Het koninkrijk van David en Salomo
David wordt koning - 2 Sam. 2-6; 23:8-17; 1 Kron. 11-14
David's overwinningen - 2 Sam. 5:17-22; 8:2; 8:3-12; 8:13-14; 10:1-13; 12:26-31; 1 Kon. 11:14-18; 1 Kron. 18:1-12
Het koninkrijk van David en Salomo - 1 Kon. 4:21-25
Salomo's economische activiteiten - 1 Kon. 5-10; 2 Kron. 1:14-17; 3-8; 9
Salomo's bouwwerken - 1 Kon. 6-7; 9:1-22; 2 Kron. 2-4; 8:1-12
De tempel van Salomo - 1Kon. 6-7; 2 Kon. 11; 2 Kron. 3-4
Jeruzalem ten tijde van David en Salomo - 2 Sam. 5:6-12; 24:18-25; 1 Kron. 11:4-9; 1 Kon. 5-7; 9:15; 2 Kron. 3-4
De koninkrijken van Israël en Juda
De koninkrijken van Israël en Juda - 1 Kon. 12
De veldtocht van Sisak en de verdedigingslinies - 1 Kon. 14:25-28; 2 Kron. 11:5-12; 12:1-12
Het vorstenhuis Omri - 1 Kon. 16:15-31; 20-22; 2 Kon. 3:4-27
Tyrus en Sidon - Ez. 26-28; Joel 3:4-8; Zach. 9:2-4; Matth. 11:21-22; Jes. 23:1-18; Luc. 10:13-14
Elia en Elisa - 1 Kon. 17-21; 2 Kon. 1:1-4; 2:1-25; 4-9; 13:14-21
De opstand van Jehu - 1 Kon. 9:1-10:31
Israël en Juda in de dagen van Jerobeam II en Uzzia - 2 Kon. 14:23-28; 2 Kron. 26; Amos 1:2-5; 1:6-8; 1:9-10; 1:11-12; 1:13-15; 2:1-3
Het Assyrische Rijk onder Tiglatpileser III - 2 Kon. 15:17-20
Tiglatpileser en de strijd van Aram en Isra→l tegen Jeruzalem - 2 Kon. 16:5-16; Jes. 7; 2 Kron. 28:5-21
De veldtochten van Tiglatpileser III en de gebieden die Assyrische provincies werden - 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:6, 26
De val van Samaria en de Assyrische ballingschap van de tien stammen - 2 Kon. 17:1-6; 17:24-34; 1 Kron. 5:26; Hos. 7:11; 12:1
De Assyrische districten na de val van Samaria - 2 Kon. 17:24-41
Het optreden van de profeten Amos, Hosea, Micha en Jesaja - 2 Kon. 17:24-41
Juda - de twee stammen alleen
De koningschap van Hizkia - 1 Kon. 18:1-8; 20:12-20; 1 Kron. 4:39-42; 2 Kron. 32:1-8; 27-31
Hizkia's Jeruzalem - 1 Kon. 20:12-20; 2 Kron. 27-32
Sanheribs inval en aftocht - 2 Kon. 18:13-19:37; 2 Kron. 32; Jes. 36-39
Het Assyrische Rijk - Nah. 3:8-10; 3:10-13; 2 Kron. 33:10-13
De opkomst van het Babylonische Rijk - 2 Kron. 35:20-27; 2 Kon. 23:29-30
De regering van Josia - 2 Kon. 22-23; 2 Kron. 34-35
Nebukadnezar's veldtochten tegen Juda - 2 Kon. 24:1-25:21; 2 Kron. 36:6-21; Jer. 39; 52; Obadja. 10-14
De Babylonische ballingschap van de twee stammen
Juda gedurende de ballingschap - 2 Kon. 25:22-30; Jer. 39:11-44:30; 52:30
De Joodse ballingen in Babylonia - 2 Kon. 24:10-16; 25:8-12; Jer. 52:28-34; Ez. 3:15; Ezra 2:59; 8:17
Joodse vluchtelingen in Egypte - 2 Kon. 25:25-26; Jer. 41-42; 44:1
De wereldrijken
De wereldrijken - Dan. 2
De overwinningen van Cyrus - Dan. 5:25-30; Jer. 25:11-12
Het Perzische Rijk - Dan. 2; Jes. 45:1-8
De terugkeer van de Joodse ballingen naar Juda - Ezra 1:2-4; 6:1-5; Ezra 1-8; Jer. 25:11-22; 29:10; Jes. 44:28; Neh. 1-3; 2 Kron. 36:22-23
Juda in de tijd van Nehemia - Neh. 4-6; 13:4-9
Het rijk van Alexander de Grote - Dan. 2:39; 8
Het verdeling van het rijk van Alexander de Grote - Dan. 8
Palestina onder Ptolomeus - Dan. 8
Het rijk van Seleucus en Antiochus - Dan. 8:9-12; 8:23-25
De veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte - Dan. 11
Het ontstaan van het Romeinse Rijk - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
De vier Evangeliën
Het Romeinse Rijk ten dage van Keizer Augustus - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
Het koninkrijk van Herodes de Grote - Matth. 2:1; Luc. 1:5
Herodes Antipas - Matth. 14:1, 3; Luc. 3:1, 19; 9:7; 13:31; 23:7; Marc. 6:14
Archelaus - Matth. 2:22
Herodes Filippus - Luc. 3:1
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Palestina ten tijde van de Here Jezus
Christus'geboorte en kindschap - Matth. 1:18-23; 2; Luc. 1:26-56; 2:1-52
Johannes de Doper - Matth. 3:1-4:12; Luc. 3:1-23; 9:7-9; Marc. 1:4-14; 6:14-29; Joh. 1:6-8; 15-37; 3:22-24
Galilea ten tijde van de Here Jezus - Matth. 4:12-25; Marc. 1:14-45; 2:1-17; Luc. 4:14-41; 5; 7:1-17; Joh. 1:35-52; 2:1-12
De dienst van de Here Jezus rondom het meer van Galilea - Matth. 5-7; 9:1-9; Marc. 1:21-34; 2:1-14; 4:35-41; 5:1-20; 6:45-52; Luc. 7:1-10; 9:12-17; Joh.6:1-25
De dienst van de Here Jezus rondom Galilea - Matth. 15:21-28; 16:13-20; 17:1-13; Marc. 7:24-37; 8:27-38; 9:1-13; Luc. 9:28-36; 18:22-35
De reizen van de Here Jezus van Galilea naar Judea - Matth. 19:1; Luc. 9:51-56; 17:11-19; 18:31-19:9; Joh. 4:1-42; 10:40; 11:7
De Here Jezus in Judea en Jeruzalem - Luc. 4:44; 10:25-37; 18:4-19:28; Joh. 1:35-51; 3:22-24; 10:39-40
Jeruzalem ten tijde van het N.T. - Matth. 23:37; Joh. 5:1-18; 9:1-41
Christus' lijden en kruisiging te Jeruzalem - Matth. 26-27; Marc. 14-15 Luc. 22-23; Joh. 18-19
De Handelingen der Apostelen
Het koninkrijk van Herodes Agrippa I - Hand. 12:20-23
Het koninkrijk van Herodes Agrippa II - Hand. 15:1-41; Hand. 24-26
De Pinksterdag en de verstrooiing van Israël - Hand. 2
De dienst van Petrus en Filippus - Hand. 4-11
De bekering van Paulus en zijn eerste optreden - Hand. 9:1-30; 11:19-30; 12:24-25; Gal. 1:11-24
De eerste zendingsreis van Paulus - Hand. 13:4-14:28
De tweede zendingsreis van Paulus - Hand. 15:36-18:32
De derde zendingsreis van Paulus - Hand. 18:23-21:26
De arrestatie van Paulus en gevangenschap - Hand. 21:15-26:32
De reis van Paulus naar Rome - Hand. 27:1-28:31
De veldtochten van Titus in 69-70 na Chr.
De Openbaring
De 7 gemeenten van Openb. 2-3 - Openb. 1-3
Inleiding tot de Bijbelboeken
BIJBELSTUDIES voor Pasbekeerden
Cursus I Wandelen met God
Les I - Kan ik zeker zijn dat ik een kind van God ben?
Les 2 - Wat is Verlossing?
Les 3 - Het Gebed
Les 4 - De Bijbel lezen
Les 5 - Getuigen van Christus
Les 6 - Vervuld zijn met de Heilige Geest
Les 7 - Omgaan met geld
Les 8 - Hoe gaan we om met Lijden
Les 9 - De Gemeente
CURSUS II God Kennen
Les 1 - God de Schepper
Les 2 - Engelen en geesten
Les 3 - Toen God kwam om ons te redden
Les 4 - Christus in uw leven
BIJBELSTUDIES VOOR GEVORDERDEN
De Wederkomst van Christus
Tekenen van de spoedige wederkomst van Christus
Bijbelstudie voor gemeenten